File:Optreden van Nederlandse militairen tijdens de politionele acties voorafgaande aan de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië.pdf

Gevolggevend aan mijn toezegging van 29 januari 1969 (Kamerstuk 10 008, nr. 1) bied ik u hierbij aan een nota voor de Tweede Kamer betreffende het archievenonderzoek naar gegevens omtrent excessen in Indonesië begaan door Nederlandse militairen in de periode 1945-1950. Van de nota maken deel uit 15 bijlagen, die in druk daaraan zijn toegevoegd, 2 overzichten, die ter kennisneming bij de griffie van de Tweede Kamer zouden kunnen worden gedeponeerd en ook elders ter inzage zullen worden gelegd (o.a. bij de Rijksvoorlichtingsdienst), alsmede het ter vertrouwelijke kennisneming ten behoeve van de kamerleden ter griffie te deponeren rapport over de Zuid-Celebeszaak, dat in 1954 is uitgebracht door mr. C. van Rij en mr. W. H. J. Stam. Van dit laatste rapport zijn de conclusies onder de bijlagen 2 ter algemene kennisneming opgenomen. Het rapport van de commissie-Enthoven over hetzelfde onderwerp werd reeds op 6 december 1948 ter vertrouwelijke kennisneming door de leden van de Tweede Kamer toegezonden; ook van dit rapport worden thans onder de bijlagen 2 de slotbeschouwing en de conclusies voor algemene kennisneming vrijgegeven. Het chronologisch overzicht van de gebeurtenissen in 1945-1950, in die tijd samengesteld door de Rijksvoorlichtingsdienst, zal bij het Staatsdrukkerij" en Uitgeverijbedrijf ook afzonderlijk verkrijgbaar worden gesteld.

De Minister-President,
Minister van Algemene Zaken,