File:Officieren en vaandeldragers van de Jonge Schutterij.jpg

Nederlands: Schutterijen waren onderverdeeld in vendels. Hier poseren officieren van het Groene en het Witte Vendel van de Jonge Schutterij. De zittende man die de beschouwer aankijkt is kapitein Jacob Dierten Cromhout. In de 19de eeuw is er een strook aan de onderkant van het schilderij afgesneden, mogelijk vanwege plaatsing in het stadhuis. Schuttersstukken zijn een typisch Nederlands fenomeen en na Amsterdam en Haarlem heeft Alkmaar de grootste collectie.

Kapitein Jacob Dierten Cromhout (begr. 12.03.1671) en luitenant Hendrick Druyff van de Jonge Schutterij staan hier geportretteerd samen met twaalf officieren. Hun namen zijn niet bekend. Cromhout is de zittende man, die de toeschouwer aankijkt,terwijl hij een hand in de zij houdt. Hij komt ook voor op het groepsportret Zes regenten van het Armenhuis en Stadsverbeterhuis door Dirck Metius uit 1660 (cat.nr. 51). Het doek is aan de onderzijde, tot aan de kuiten van de staande schutters, afgesneden. Volgens Bruinvis is dat gebeurd in het begin van de negentiende eeuw. Mogelijk hing dit samen met de overbrenging van het schilderij naar het Stadhuis in 1804. Bij de evacuatie van het museum ten gevolge van een brand in het aangrenzende gerechtsgebouw in

1890 liep dit stuk nog eens aanzienlijke schade op. De oorspronkelijke lijst was al in 1877 vervangen door een nieuwe. Slechts twee originele fragmenten zijn bewaard gebleven (afb. 26a). Dit houtsnijwerk wordt, op basis van vergelijking met de lijst om het schuttersstuk uit 1657, toegeschreven aan Guillaume van der Hoeve. Het bevat wapentuig en twee

papegaaien; dit verwijst naar het bij de schutters traditionele papegaaischieten.