File:De beginselen van Gods koninkryk in den mensch - uytgedrukt in verscheide zinne-beelden - als mede een Alleenspraake met God - benevens eenige Stigtelyke rymen (1738) (14559202328).jpg

Identifier: debeginselenvan00huyg (find matches)
Title: De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uytgedrukt in verscheide zinne-beelden : als mede een Alleenspraake met God : benevens eenige Stigtelyke rymen
Year: 1738 (1730s)
Authors: Huygen, Pieter, 1662-1724 Luiken, Jan, 1649-1712 Huygen, Jan, 1649-1700
Subjects: Emblem books, Dutch Kingdom of God God Religious poetry, Dutch
Publisher: Te Amsterdam : By Jacob ter Beek ...
Contributing Library: Duke University Libraries
Digitizing Sponsor: Duke University Libraries

View Book Page: Book Viewer
About This Book: Catalog Entry
View All Images: All Images From Book
Click here to view book online to see this illustration in context in a browseable online version of this book.

Text Appearing Before Image:
naam; Doch ben ik- t niet,Maak my dan goede God bequaam, *t Quaad uit my wied.Geef dat ik u volmaakt vertrouw. En uwe WetVerfta, en ftaadig onderhouw, Heel onbeimet. Dat ik foo uwe paen betree Door denge poort:Ach help my, Heer! dat is myn bee, Daar toch op voort!Trek met uw liefde-zeelen my Tot uwaard aan, Soo EERSTE DEEL. Soo hard ik veelen kan van dyOm voort te gaan. 10. Zyt my toch goediglykontrent, Terhulpeby.By nacht5en dag, waar ikmy wena, Als aan myn zy.Schiet uit uw* liefde-kooker my Een pvl in t hart:Laatmy gevoelen Heer! vandy Die ioete fmart. ii, Dat ik mag leggen heel doorwond, Jaa zoo geraakt,Dat ftaadig mynes zieles mond Uw liefde imaakt;En datfe fterker als de dood In my geplantMag zijn, op dat geen kruis, hoe groot, Breek deefe band. Een hart, vol liefde Gods geftort *In t danken, altijt komt te kort:Waarom t ten hemel in wil dringen,Om eeuwig daar Gods lof te fingen. C 4 Een 40 STÏCHTELYKE RYMEN. Een dorftig Hart foekt om en hijgtSoo lang tot dat het laafnis krijgt.
Text Appearing After Image:
Pfalm 42: a, ^Gelyk eén hartfchreeuvjt na de vjaterflroo-men, alfoo fchreeuwt myne ziele t*tu% ö God)MyneZiele dor (iet na den levtndigen God: wanneerjal ik *»-gaan^ ende voor Geds aangejichteverfcbynen7. EERSTE DEEL. 4* Ziels verlangen na de heerlijkheidvan Jefus. Stem: Hemels Oogen. e *• O Hoe heerlijkEn begeerlijkIs de wooning van mijn Heer! Daarmy Jefus, Daarmy Jefus,Plaats bereid na myn begeer. O dat ik daar waar, O dat ik daar waar,Nooit quam ik op aarde weer.Nooit quam ik op aarde weer.2. Ja de wooning Van myn Koning,Is het die in zich bevat dOnverderflijk, dOnverwelklijkRechte welluft, eer en fchat. O! dat ik daar waar, O ! dat ik daar waar,Danfoo was myn vreugde groot.Dan foo was myn vreugde groot. 3- Alle vroomenZullen komenIn dat GoddelykPaleis,En met Jefus, C5 En 42 STICHTELYKË RYMEN, En met Jefus,Leeven daar tot Goodes prys. O! dat ik daar waar, O! dat ik daar waar,k Wenfte my op aard nooit weer.kWenfte my op aard nooit weer. 4-Want de aarde,Snood in waarde,Heeft my

Note About Images